Doeltreffende opsporing van colorectale kanker in het AZ Sint-Maria

02 Januari 2021 Gezondheidsinfo

Het AZ Sint-Maria trekt wat betreft colorectale kanker voluit de kaart van de preventie. Dikkedarmtumoren zijn immers perfect te behandelen op voorwaarde dat ze op tijd worden vastgesteld. Jammer genoeg veroorzaken ze vaak pas symptomen bij de patiënt in een vergevorderd stadium, met dus een slechtere prognose tot gevolg. De aandoening is dan ook de op één na grootste oorzaak van kankersterfte. "Tijdige screening spaart heel wat levens en voorkomt onnodig lijden", zegt Katrien Bulté, die sinds 2008 als gastro-enterologe in Sint-Maria Halle werkt.

Wachten op symptomen geeft alleen maar slechtere prognoses

Waarom doen we mee aan het Bevolkingsonderzoek?

Toen de Vlaamse regering in 2013 door een hoge prevalentie van darmtumoren overging tot het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker, is het AZ Sint-Maria Halle meteen mee op de kar gesprongen.
"We volgden via coloscopie sowieso al een groep mensen op met een verhoogd risico op deze aandoening, wegens darmkanker in de familie, chronische darmontstekingen enz. Er zijn echter nog meer mensen die risico lopen op de ontwikkeling van deze tumoren, maar van wie we het nog niet weten. Wachten op symptomen geeft alleen maar slechtere prognoses. Met het Bevolkingsonderzoek hebben we nu een belangrijk werkinstrument om ook hen te detecteren, nog voor ze symptomen vertonen", legt dr. Bulté uit. Aangezien een darmpoliep gemiddeld tien jaar nodig heeft om uit te groeien tot een tumor, is deze kanker bovendien goed te voorkomen mits tijdige verwijdering van de poliep. Ook het feit dat een colorectale kanker vier stadia doorloopt, geeft extra marge voor een doeltreffende aanpak. "Want de stadia I en II (de ‘vroege stadia’) zijn nog perfect behandelbaar. Pas in stadium III en IV spreken we van uitzaaiing naar de lymfeklieren en/of andere organen en is de prognose minder gunstig. Meer én vroeger opsporen is dus de boodschap", aldus nog de gastro-entereloge.

Het belang van campagnes en duidelijke communicatie

Heldere informatie en doeltreffende communicatie zijn daarbij uiteraard onmisbaar. Want vaak hangt er nog een taboe over alles wat met darmen en stoelgang te maken heeft. De campagne rond het Bevolkingsonderzoek deed alvast haar werk. "In eerste instantie zagen we via dit onderzoek tussen 2014 en 2015 een opmerkelijke toename van het aantal opgespoorde tumoren. Logisch, aangezien alle 55- tot 74-jarigen samen werden uitgenodigd om deel te nemen. Intussen merken we dat de frequentie van colorectale tumoren stabiliseert door tijdige detectie en opvolging. Stilaan zien we nu zelfs een daling, vooral in Vlaanderen waar het screeningsprogramma zeer goed loopt", zegt dr. Bulté. Ook nuanceert ze nog dat het risico op het ontwikkelen van darmkankers niet volledig kan geëlimineerd worden: "‘Factoren als rood vlees vermijden, niet roken en overgewicht vermijden blijven ook belangrijk om het risico op darmkanker te verminderen. Maar door tumoren in een zo vroeg mogelijk stadium of zelfs nog als poliep te ontdekken, garanderen we een veel betere prognose".

Screening op grote schaal

Aanvankelijk waren het mensen van 55 tot 74 jaar die om de twee jaar de uitnodiging en het nodige materiaal ontvingen om zelf een stoelgangstaal te nemen dat ze gratis voor onderzoek konden opsturen met de post. Intussen is de minimumleeftijd al verlaagd naar 50 jaar. "En op termijn zal men in Europa allicht het Amerikaanse voorbeeld volgen om vanaf 45 jaar te testen", vermoedt Katrien Bulté. Bij aanwezigheid van ook maar de minste hoeveelheid bloed in een stoelgangstaal verwittigt de huisarts de betrokkene en wordt er een afspraak gemaakt voor een coloscopie in het ziekenhuis. De darm wordt daarbij grondig onderzocht en eventuele poliepen worden verwijderd.

Vlaanderen screent goed, maar kan nog beter

Het Bevolkingsonderzoek wordt in Vlaanderen vrij goed opgevolgd. In 2019 ging gemiddeld de helft van de aangeschrevenen in op de uitnodigingsbrief (48% van de mannen en 54% van de vrouwen). In Wallonië ligt dat cijfer een stuk lager. Dr. Bulté vermoedt dat dit te maken heeft met het verschil in aanpak: "In Vlaanderen krijgt de doelgroep al het nodige materiaal meegestuurd, samen met de uitnodiging. De staalname gebeurt dus volledig in de privésfeer. In Wallonië en Brussel daarentegen moet men eerst nog langs de huisarts om de test-kit op te halen. Dit is voor veel mensen een extra drempel om de stap te zetten".

Wie zich regelmatig laat screenen, verkleint het risico  op overlijden met 20%.

Frappante resultaten

De statistieken van 2019 tonen aan dat via de staalname van het bevolkingsonderzoek alleen al 75% van de dikkedarmtumoren tijdig (met andere woorden in stadium 0 of I) ontdekt wordt en slechts 2,6% in stadium IV. "Ter vergelijking: bij niet-deelnemers (de groep die wel een uitnodiging kreeg maar er niet op inging) wordt maar 35% gedetecteerd in stadium 0 of I en maar liefst 20% in stadium IV", voegt dr. Bulté eraan toe. "Het is dan ook raadzaam dat we blijven proberen steeds meer mensen te motiveren. In de groep die zich regelmatig laat screenen daalt het risico op overlijden met maar liefst 20%!", besluit dr. Bulthé.

De technologie staat gelukkig niet stil

Volgens onze gastro-enterologe is het aantal coloscopieën in het AZ Sint-Maria Halle sinds de start van het Bevolkingsonderzoek in 2013 beduidend toegenomen. "En de technologie staat niet stil", voegt ze er tevreden aan toe. Het materiaal en de beeldkwaliteit van de camera’s worden inderdaad steeds beter en er zijn ook steeds meer performante, nieuwe technieken voor het verwijderen van grotere poliepen. "Soms is het om fysieke of technische redenen moeilijk om een colorectaal onderzoek uit te voeren. Bijvoorbeeld door vernauwingen in de dikke darm. In dat geval kunnen we nu ook een virtuele coloscopie - ‘CT-coloscopie’ - uitvoeren. Op de dienst radiologie worden dan 3D-beelden van de darm gemaakt. Wordt er een poliep of afwijking vastgesteld, dan moet deze uiteraard alsnog via een coloscopie worden verwijderd", besluit dr. Bulthé.

Colonkanker in cijfers

  • Gemiddeld 1 persoon op 20 wordt geconfronteerd met colonkanker.
  • Dagelijks overlijden in België 4 tot 5 patiënten aan darmkanker.
  • Op 71.000 kankers waren er in 2019 8.000 van dikkedarm-origine.
  • De meeste dikkedarmtumoren ontstaan bij 50-plussers. Toch is 15% terug te vinden bij -50 jarigen.