Ballondilatatie

Een ballondilatatie is een veelgebruikte (endovasculaire) ingreep om vernauwingen en verstoppingen van de bloedvaten (meestal slagaders) te behandelen.

Het hart pompt het bloed door de arteries (slagaders) naar de organen en ledematen. Dat bloed keert terug naar het hart doorheen de venen (aders). Slagaders en aders samen vormen zo de bloedcirculatie.

Vernauwingen in slagaders worden meestal veroorzaakt door aderverkalking. Als slagaders verstoppen, krijgen de organen of ledematen minder bloed. Hierdoor gaan ze ook minder goed functioneren.

  • Iedereen krijgt vanaf een zekere leeftijd aderverkalking. Maar er zijn mensen bij wie het veel vroeger en sneller optreedt. Of je veel kans hebt op hart- en vaatziekten hangt af van je risicoprofiel. 

De typische cardiovasculaire risicofactoren zijn: 

  • roken
  • diabetes
  • hoge bloeddruk
  • teveel cholesterol
  • familiale belasting
  • overgewicht 
  • te weinig beweging

De spieren in de benen bijvoorbeeld vragen veel bloed als ze een inspanning moeten doen. Tekort aan bloed veroorzaakt pijn. Daarom moeten die patiënten bij het stappen regelmatig stoppen om de spieren even te laten rusten. Dat noemen we claudicatio (etalage- of vitrineziekte: patiënten blijven voor een etalage even staan kijken om de pijn in de benen te laten wegtrekken). 

Sommige patiënten zijn er erger aan toe, ze hebben niet alleen pijn bij inspanning maar ook in rust. In de ergste gevallen begint een deel van het lidmaat af te sterven door tekort aan bloed: er ontstaan gaten in de huid (ulcera) of tenen worden zwart, de kans bestaat dat een amputatie de enige oplossing is.

Wat doen we precies tijdens een ballondilatatie?

De ingreep gebeurt bijna altijd onder verdoving. Bij een dilatatie gaan we een vernauwing of verstopping van een bloedvat openblazen met een ballonnetje. Hiervoor prikken we met een brede holle naald in de liesslagader, daarom moeten beide liezen voor de operatie helemaal geschoren zijn. Doorheen deze naald kunnen we dan een ballonnetje opschuiven in de slagader tot op de plaats van de vernauwing. 

Door het ballonnetje op te blazen rekken we de vernauwing open, waardoor het bloed nadien terug vlot kan doorstromen. Indien de vernauwing na het ballonneren terug dichtklapt, wordt een stent geplaatst: dat is een metalen spiraaltje die de slagader openhoudt.

De naald laat natuurlijk een gaatje na in de slagader. Die slagader staat onder druk (de bloeddruk). Als het gaatje niet goed afgestopt wordt kan dat op korte tijd heel wat bloedverlies veroorzaken. Er zijn twee manieren om het gaatje te dichten: ofwel met een stevig drukverband in de lies dat voldoende lang ter plaatse moet blijven, ofwel met een propje dat met een speciaal apparaatje geplaatst wordt op het einde van de ingreep.

Zowel voor als na de operatie is het juiste gebruik van bloedverdunners van groot belang, dat wordt voor elke patiënt individueel geregeld.

Welke documenten breng ik mee?

In het geval er preoperatieve onderzoeken werden uitgevoerd bij de huisarts, vergeet zeker de resultaten niet mee te brengen. Ook de resultaten van andere preoperatieve onderzoeken die niet in het ziekenhuis werden uitgevoerd, breng je best mee. 

Uiteraard moet je ook jouw identiteitskaart meebrengen en de documenten voor je verzekering en je werkgever. 

Waar moet ik na de ingreep best rekening mee houden? 

  • Als de ingreep via het dagziekenhuis gebeurde, mag u ten laatste om 18u naar huis.
  • Werd je voor de ingreep toch gehospitaliseerd? Dan mag je pas ’s anderendaags naar huis.
  • De eerste uren na de ingreep moet je rustig op jouw rug in bed blijven liggen. Dat is om een bloeding in de lies te vermijden. Zeker de lies die we aangeprikt hebben, moet mooi gestrekt blijven. Dat been mag zeker niet opgetrokken of geplooid worden. Je mag ook niet op uw zij of buik gaan liggen.
  • Als er een drukverband aangelegd werd in de lies, mag je dat nooit zelf losmaken of verwijderen. De verpleging weet wanneer dat wel mag.
  • Sommige patiënten hebben een blaassonde, omdat ze niet uit bed mogen komen om te plassen.
  • Je mag beginnen bewegen in bed of wat rechtop komen zitten:
    • 4 uur na de ingreep
    • de avond van de ingreep
    • de ochtend na de ingreep
  • De eerste keer uit bed komen mag alleen met toestemming van de verpleegkundige.
  • Als er geen nabloeding in de lies is, mag je ’s avonds eten.
  • Patiënten via het dagziekenhuis mogen naar huis op voorwaarde dat 
    • het been goed wakker is
    • je opnieuw kan eten en drinken
    • je goed hebt kunnen plassen. 
  • Bloedverdunners worden voor elke patiënt afzonderlijk geregeld.
  • Een controle-afspraak bij de vaatchirurg wordt meegegeven bij ontslag. Vraag tijdig de nodige attesten voor het werk of medicatie.
  • Deze ingreep is meestal niet pijnlijk. Indien er toch last gevoeld wordt kan een gewone pijnstiller helpen (bvb Dafalgan).
  • Gedurende een week lang mag de lies niet te fel geplooid worden om nabloeding te vermijden. Fietsen en autorijden bijvoorbeeld is af te raden, maar rondstappen is geen probleem.