Het herstel begint meteen na de operatie, op de ontwaakafdeling en bij terugkomst op de kamer.
Anesthesie
Dikkedarmoperaties worden alleen maar uitgevoerd onder een volledige verdoving. Deze algemene anesthesie wordt zo afgestemd zodat je niets zal merken van de operatie en toch snel na het beëindigen van de operatie weer bij bewustzijn bent.
Pijnbestrijding
Een optimale pijnbestrijding is van groot belang voor een goed en snel herstel. Hiervoor wordt meestal gebruik gemaakt van een pijnpomp.
Voor de operatie zal een slangetje tussen de wervels worden ingebracht (epidurale katheter). Dit slangetje is aangesloten op de pijnpomp, zodat het mogelijk is de pijn te bestrijden op de plaats van de operatie. Hierdoor is veel minder straffe pijnstilling zoals morfine nodig. Bijwerkingen van morfine - zoals sufheid, misselijkheid en het stilvallen van de darmwerking – komen daarom veel minder voor. Naast de pijnpomp, zal je ook nog andere pijnstillers krijgen. Indien je je toch niet comfortabel voelt, is het belangrijk dit te melden aan de verpleegkundigen. Zo nodig kan een extra pijnstiller gegeven worden.
Op de tweede dag na de operatie, zal de pijnpomp worden verwijderd. Er wordt dan overgegaan op andere goede pijnstillers, eerst via het infuus en nadien met tabletten.
Sondes, katheters en drains
Sondes, katheters en drains worden zo beperkt mogelijk gebruikt. Er worden geen standaard maagsondes of wond-drains achtergelaten bij het beëindigen van de operatie. Een blaassonde wordt wel ingebracht wanneer je onder narcose bent om de urine af te voeren. Deze blaassonde zal worden verwijderd op de tweede dag na de operatie, wanneer ook de pijnpomp wordt verwijderd.
Na de operatie heb je een infuus/katheter voor toediening van vocht en medicatie. Deze wordt zodra mogelijk afgebouwd en verwijderd.
Eten en drinken
In het ERAS-programma wordt vermeden om onnodig lang nuchter te blijven voor en ook na de ingreep. Misselijkheid is de enige mogelijke reden om na de operatie om niet te drinken. Het ERAS-programma bevat een aantal onderdelen die erop gericht zijn om deze misselijkheid te voorkomen of zo nodig te behandelen. Toch kan misselijkheid niet altijd voorkomen worden. Vooral de uitgebreidheid van de operatie en de reactie van het lichaam hierop bepalen of je al dan niet misselijk wordt.
Je krijgt reeds water aangeboden op de dag van de operatie (dit zo'n 2 uur na ontwaken). Indien je dit goed verdraagt, is het soms nog mogelijk dezelfde dag iets licht te eten zoals yoghurt, pudding of beschuit (ten vroegste vanaf vier uur na het ontwaken).
De dagen na de ingreep zal - indien je dit goed verdraagt - het dieet steeds uitgebreid worden. Het is hierbij van belang niets te willen forceren, gezien dit een omgekeerd effect kan hebben op je maagdarmwerking. We weten uit ervaring dat je de eerste dagen na de operatie doorgaans geen normale hoeveelheden zal kunnen eten. Eet daarom beter kleinere porties verspreid over de dag.
Jouw chirurg zal tijdens je herstel je maagdarmwerking opvolgen. We komen dit te weten door na te gaan
- of je in staat bent te eten (zonder misselijkheid)
- of je darmrommelingen voelt in de buik
- of je windjes kan laten
- of je eventueel reeds stoelgang maakt.
Beweging
Bewegen is niet alleen belangrijk om een trombose (bloedklonter) te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat wanneer je rechtop zit de ademhaling beter is. Luchtweginfecties komen daardoor minder voor. Ook is de zuurstofvoorziening naar de wonde en de organen beter, wat gunstig is voor de genezing.
Na de operatie wordt daarom zo snel mogelijk gestart met de mobilisatie. De dag van de ingreep zal je al eventjes rechtop worden gezet in bed. Vanaf de dag na de operatie zal je het bed mogen verlaten. De eerste keer dat je uit bed komt, moet dit onder begeleiding van een verpleegkundige. Ook zal steeds de kinesist worden ingeschakeld om te helpen bij het opstarten van beweging en eventuele ademhalingsoefeningen.
De dagen na de operatie wordt getracht verschillende uren uit bed te zijn, op te zitten in de zetel en een wandeling te maken over de afdeling. Wanneer je niet in staat bent uit bed te komen, probeer dan zoveel mogelijk rechtop in bed te zitten.
Om goede beweging mogelijk te maken, is het nogmaals belangrijk dat de pijnbestrijding voldoende is. Aarzel dus niet om dit te melden bij de verpleegkundige als je je niet lekker voelt of pijn hebt.
Eigen bijdrage aan herstel
Jij als patiënt staat helemaal centraal in ons ziekenhuis. Je maakt dus samen met de artsen, verpleegkundigen, kinesisten, diëtisten en andere zorgverleners, deel uit van het team! Jouw eigen actieve bijdrage is zeer belangrijk voor een goed herstel. Daarom is het belangrijk dat je steeds goed geïnformeerd wordt.